Geschiedenis

De geschiedenis van het St. Walburgis Gilde gaat terug tot het jaar 1431.

Het oudste bekende akte waarin het Gilde wordt vernoemd is in het jaar 1431 opgesteld

In het begin van haar bestaan was ze voor de bescherming van het dorp en de handelsroute van Gendringen naar Emmerich. Die doelstelling heeft ze lang behouden totdat de veldwachten en Koninklijke Marechaussee hun intrede maakte rond het jaar 1815. Verder had het Gilde veel gronden en huizen in bezit, deze werden verpacht aan de boeren in Netterden. Met deze pacht gelden werden de wegen in Netterden onderhouden. In deze tijd (1600-1800) had het Gilde veel taken die je nu kunt vergelijken met gemeentelijke taken. Ook had het dorp Netterden een schout die namens de heren van Bergh bestuurlijke en rechterlijke taken uitvoerde, meestal was deze schout een Gildemeester van het Gilde St. Walburgis. Het Gilde heeft door de jaren heen een zeer goede band met de Parochie St. Walburgis gehad.

Dorpsschut:

Grensincidenten, roofovervallen, brandstichting e.d. waren door de onderlinge veten schering en inslag, want zo waarschuwde een ritmeester van het Doetinchemse garnizoen Pastoor Jan van Netterden dat inwoners van dit kerspel heulden met de vijanden van Hertog Karel van Gelre en dat wel eens represaille maatregelen zou kunnen oproepen.
Deze op 24 juli 1504 uitgesproken waarschuwing bleek later op 10 maart 1505 geen bangmakerij, maar bittere ernst te zijn geweest, want er werd toen die tijd door knechten (soldaten) en ridders van alles ontvreemd bij de burgerij.

Deze lezing toont wel aan dat de veiligheid op het platteland niet bijzonder groot was.
Geen wonder dat de kerspellieden zich gingen bewapenen tegen deze willekeur.
Daartoe werden dan ook de Gilden in het leven geroepen om in onderlinge hulp en bijstand de veiligheid op het platteland en in de dorpsgemeenschap te bevorderen.
Politie was er in die tijd nog niet en de burgerij moest zelf zorgen voor veiligheid van huis en haard.
Zij deden dit met de instelling van het Gilde, die de taak kreeg van volksschut ofwel bescherming ten uitvoer te brengen.
Bij toe beurt werden de leden, voornamelijk tussen 18 en 60 jaar, opgeroepen tot het houden van een nachtwacht, terwijl bij dreigende rampen als watersnood, dijkdoorbraken, brandgevaar, ofwel afwering roversbenden en andere kwaadwillenden lieden het gehele Gilde werd gealarmeerd en in paraatheid gebracht.
Hoewel het Gilde in een rijke verscheidenheid van omstandigheden zoals bij natuurrampen, oorlogsdreiging en op andere wijze blijken van dorpsschut had gegeven, is het Schuttersgilde, althans voor zover bekend, voor het laatste maal in het geweer geroepen in november 1813.

Veldslag in de Hetter:

In die dagen rumoerde het in geheel de Achterhoek toen onder Generaal Von Oppen de Pruisen ons land waren binnen gevallen, bijgestaan door Russische Kozakken Eenheden  welke zich ten doel hadden gesteld om de Franse bezetter uit ons land te verdrijven.

Nu waren de Pruisen de Franse eenheden op de hielen en de Russen waren in kampement gegaan bij Megchelen.
Deze Kozakken stonden bekend om hun rovers tochten, maar het inmiddels gealarmeerde Gilde stond klaar met geladen bovenladers en landelijk wapentuig, zoals hooivorken en dorsvlegels, om de rondstropende Kozakken een bijzonder hartelijk welkom te heten.
Toen de naderende ruige ruiters uit het verre Russische steppeland op hun paarden binnen schootsafstand gekomen waren van de Netterdense vuurbuksen, schoten zij deze leeg op de naderende stropers.
Daarop bliezen zij maar snel weer de aftocht richting Megchelen.

Jaren van teruggang voor het Gilde:

Door de markenwet van 1830 moet het Gilde afstand doen van haar gronden, maar het ongeorganiseerde Gilde zal hier ook wel wat mee te maken hebben.
Omstreeks 1855 doet de Compagnie haar intrede binnen het Gilde.
Compagnies werden door Koning Willem II in het leven geroepen ter ondersteuning van de ordehandhaving op het verre platteland.
Hieruit zijn de huidige (meeste) Schutterijen ontstaan.

 

 

Heroprichting (schutterij) St. Walburgis Gilde.

Op 12 maart  1914 is het Gilde heropgericht in de huidige verenigingsvorm als rechtspersoon.

Door 50 leden is op 12 maart 1914 het initiatief genomen voor de heroprichting van de toenmalige Compagnie.

Leden van het bestuur van het eerste moment waren:Heroprichtingsakte 1914

  • J. Geurts, Voorzitter;
  • Aug. Loman, Secretaris;
  • J. te Raaij.

U kunt ons nu een echt Schuttersgilde noemen met een Tamboerkorps, een Schutterskorps en een Vendelkorps.
Alleen het Bestuur van het Gilde loopt nog als vroeger als Gildemeesters gekleed.
Tegenwoordig heeft het Gilde als primaire taak het organiseren van de jaarlijkse Gilde kermis, dezeJaarverslag 1914 word gehouden op de zondag van de “Heilige drie eenheid” (eerste weekend na Pinksteren), het onderhouden van het Gildegebouw wat het Gilde in beheer heeft en het ondersteunen van alle andere verenigingen die van het Gildegebouw gebruik maken.