Een ‘missionares’ van groot formaat

Een ‘missionares’

van groot formaat

Zij heeft nooit een voet gezet in onze streken. Toch werd zij hier vereerd en werden kerken naar haar genoemd. Walburgis kwam, tegelijk met de Duitse handelswaar via de waterwegen onze lage landen binnen.

Walburgis, of Walburga, Walpurgis, zoals ze ook wel genoemd wordt, stamt uit een aanzienlijke Angelsaksische familie, waarvan veel leden zich hebben ingezet om de Lage Landen en Duitsland te kerstenen. Zij was de dochter van Richard en Wuna. Deze Wuna was een zuster van Bonifatius, apostel van Duitsland, die in Dokkum vermoord is. Haar twee broers, Willibald en Wunibald hebben ook in Duitsland gewerkt.

Walburgis is rond 71O geboren in Sussex in Engeland. Zij kreeg haar opvoeding in bet klooster van Wimborn bij Baurnemouth. Daar verbleven nog twee familieleden van haar, Lioba en Thecla, met wie zij later naar Duitsland zou gaan. Het klooster Wimborn maakte in die tijd een grote bloei door. Het stond niet alleen goed aangeschreven wat betreft het geestelijk leven, maar men beoefende er ook verschillende takken van wetenschap en kunst. Van Lioba is bekend dat zij zeer bedreven was in het borduren van kerkelijke gewaden, het kopiëren van bandschriften en het vervaardigen van miniaturen. Bovendien beheerste ze vreemde talen en bestudeerde ze de Heilige Schrift en het kerkelijk recht. Misschien dat ze daarom de eerste was die abdis werd in Duitsland. Walburgis, Lioba en Thecla Legden na verloop van tijd de gelofte af volgens de regel van Benedictus. Ongeveer in diezelfde periode waren de vader en broers van Walburgis op pelgrimage naar Rome, het Heilig Land en Constantinopel. Helaas heeft Richard niet de hele tocht kunnen meemaken. Hij stierf in Lucca, een stadje in de buurt van Pisa. Willibald en Wunibald trokken verder. Tenslotte traden ze in, in bet klooster van Monte Cassino, dat door Benedictus zelf gesticht was.

Behoefte aan assistentie
De oom van Walburgis, Bonifatius, was door Paus Gregorius II belast met de kerstening van de Duitse volken. Hij werkte in Hessen en Thüringen, waar hij zich inzette om de Saksen te bekeren, met groot succes. In 732 benoemde Paus Gregorius III hem tot aartsbisschop van Duitsland. Bonifatius bestuurde inmiddels achttien bisdommen en had dringend behoefte aan assistentie, zowel van mannen als van vrouwen. Hij vroeg onder meer hulp aan zijn familie. Willibald en Wunibald kwamen rond 740 in Duitsland aan. Willibald stichtte er verschillende kloosters en werd tot bisschop van Eichstätt gewijd. Wunibald werkte in Beieren en Thütringen. Hij stichtte het klooster van Heidenheim, en bleef daar als abt tot zijn dood. Ook Walburgis. Lioba en Thecla begaven zich naar Duitsland. Lioba werd abdis van bet klooster Tauberbischofsheim. Walburgis en Thecla werkten onder haar leiding. Zij wijdden zich aan de opvoeding en het onderricht van de dochters van Duitse edelen die naar het klooster stroomden en daar de sluier aannamen. Thecla volgde later de Heilige Adelheid op als abdis van Kitzingen. Lioba bleef abdis van bet klooster Tauberbischofsheim. Ze was zeer geliefd door haar vrolijke en vriendelijke aard; edelen en bisschoppen vroegen haar om raad. Ze was bovendien graag gezien aan het hof van Karel de Grote, met name als raadsvrouw en vriendin van Hildegard, de echtgenote van de keizer. Lioba bracht haar laatste jaren door op het keizerlijk landgoed Schornsheim, waar ze in 782 stierf.

Met dauw bedekt
Voor Walburgis intussen was ook een grote taak weggelegd. Haar broer Willibald benoemde haar tot abdis van bet vrouwenklooster van Heidenheim. Het mannenklooster van Heidenheim stond onder leiding van hun broer Wunibald. Na diens dood in 761 werd Walburgis abdis van het gehele klooster. Onder haar leiding groeide Heidenheim uit tot een centrum van geestelijk leven. Walburgis werd geroemd als abdis en lerares. Van heinde en verre kwamen gelovigen naar het klooster. Walburgis had ook de gave om zieken te genezen. Na een rijk leven. waarin ze veel voor anderen betekend heeft, stierf ze op 25 februari 779. Bisschop Otgar liet in 871 het gebeente van Walburgis overbrengen naar Eichstätt, de zetel van de bisschop. De kerk van het Heilige Kruis, waar haar gebeente werd bijgezet, kreeg nu Sint Walburgis als naam. Een gedeelte van de stoffelijke resten van Walburgis werden in 893 naar het vrouwenklooster in Mannheim gebracht, en een deel kwam terecht in het klooster van Veurne in België. Aan bet eind van de tiende eeuw groef men het gebeente in Eichstätt weer op, het leek alsof het met dauw bedekt was. in oktober 1042 werden de beenderen in een kleine sarcofaag opnieuw bijgezet in de crypte van de kerk. Sindsdien droppelt ieder jaar van oktober tot 25 februari, de sterfdag van Walburgis, een heldere vloeistof uit de bodem de stenen kist. Deze vloeistof, Sint Walburgisolie genoemd, wordt in schalen opgevangen en gebruikt ter genezing van zieken, zoals Walburgis zelf al tijdens haar leven deed.

Aan de waterwegen
Sint Walburgis werd een van de populairste heiligen van Duitsland; pelgrims kwamen uit alle windstreken om haar graf te bezoeken. Haar verering raakte ook verspreid naar Nederland, België en Noordflankrijk. waarschijnlijk via Friese kooplui die handel dreven in dit gebied. Een bewijs hiervoor zou kunnen zijn het feit dat de kerken die gewijd zijn aan Walburgis te vinden zijn aan de waterwegen van Nederland en België. In Nederland zijn of waren er kerken in Groningen, Zutphen, Tiel en Arnhem; in België onder meer in Antwerpen. Brugge en Veurne, van waaruit Noordfrankrijk werd bereikt. De Walburgiskerk in Groningen bestaat niet meer. Zij werd in 1627 afgebroken. Bij opgravingen, uitgevoerd in 1950, bleek dat de kerk waarschijnlijk gebouwd is tussen 800 en 1000. Het zou gaan om een kerkfort uit de tijd van de invallen van de Noormannen. In Zuiphen staat nog steeds een kerk die gewijd is aan Walburgis. Zij wordt als zodanig al voor 1059 genoemd. De kerk brandde later af, maar in de dertiende eeuw word zij weer opgebouwd. Het middenschip met enkele Romaanse pijlers behoort tot het oudste gedeelte van de kerk. De kerk in Tiel is afgebroken in 1679, nadat zij na de Reformatie in verval raakte. Het was de oudste kerk in Tiel, de kerk van het kapittel, gevestigd in Tiel vanaf bet jaar 1006. Daar bevond het zich in een voormalig vrouwenklooster dat Walburgis als patrones had. In 1315 kreeg het kapittel problemen met de bevolking van Tiel. Reinoud I, graaf van Gelre, gaf toestemming aan het kapittel om zich in Arnhem te vestigen. De Sint Walburgiskerk in Arnhem was oorspronkelijk een kapittelkerk in plaats van een parochiekerk. Zij behoorde tot de negen belangrijkste kerken in het bisdom Utrecht. Waarschijnlijk werd al snel na 1315 begonnen met de bouw van de kerk. In 1579 kreeg Arnhem een Hervormd stadsbestuur en in 1583 werd de Sint Walburgiskerk onttrokken aan de katholieke eredienst. Tot 1806 deed het gebouw dienst als arsenaal en stadsmagazijn. De huizen van de kapittelheren werden gevorderd en in gebruik genomen als weeshuis. in 1808 gaf Lodewijk Napoleon, onderkoning in Nederland, de Sint Walburgiskerk terug aan de katholieken. Bovendien schonk hij een bedrag als bijdrage in de herstelkosten. Nadat de kerk in 1944 bij de Slag om Arnhem totaal verwoest werd, is zij na de oorlog weer opgebouwd.

Walpurgisnacht

De kerk is om verschillende redenen bezienswaardig. Zo is er de schrijn van Walburgis in de Walburgiskapel. Pastoor Vos de Wael ontving in 1947 enkele relieken liet Eichstätt en lies de schrijn ontwerpen en uitvoeren door Joop Janssen. In émail cloisonné zijn taferelen te zien uit het leven van Walburgis: Walburgis doet de storm bedaren, tijdens de overtocht uit Engeland. Walburgis geneest een ziek meisje. De bloedhonden in het huis, die gewoonlijk iedere vreemde aanvielen, lieten Walburgis met rust. Zij krijgt de gave van bilocatie, ze kan op twee plaatsen tegelijk zijn; beneden bij de zusters en boven in gebed. Tenslotte is de begrafenis van Walburgis afgebeeld. lederen wilde haar stoffelijk overschot hebben. daarom liet men de paarden van de lijkwagen de keuze maken. Zij stopten bij de kerk in Eichstätt. Aan de voorzijde van de schrijn staat een flesje met de Sint Walburgisolie. De Heilige Walburgis wordt voorgesteld als Benedictijner abdis, met een staf en het boek met de regels van de Heilige Benedictus. Op het boek staat een flesje met de olie. Soms is een kroon en drie korenaren toegevoegd. De aren verwijzen naar de legende waarin verteld wordt hoe Walburgis een kind van de hongerdood redde. Sint Walburgis is één van de veertien noodhelpers. met name tegen oogklachten en hondenbeten. Zij is patrones van Eichstätt, en van kraamvrouwen, boeren. veldvruchten en huisdieren. Haar feestdagen zijn 25 februari. haar sterfdag. en 1 mei, Walpurgisnacht. Dit Laatste was oorspronkelijk een Germaans feest. Na de kerstening werd het een christelijk feest met Sint Walburgis als patrones, om het eind van de winter te vieren.

(bron: J.H.G. te Boekhorst)